Mijn lieftallige vriendin deed mee aan de '34 ste prijs voor akwarel' in Brasschaat, een goede reden om ons op een zondagmiddag naar België te begeven om de aquarelexpositie te bekijken. Op de een of andere manier is een rit naar België altijd de moeite waard. Alleen al de aankondiging '34 ste prijs voor akwarel' is interessant genoeg om achter het stuur te gaan zitten.

Onderweg is er van alles te beleven, na de grensovergang geef ik het stuur altijd over aan mijn partner, om zelf uitgebreid te kunnen kijken naar de brede variatie aan huizen langs de kant van de weg. Geen eenheidsworst zoals in Nederland.

Ook het parkeren gaat in België anders, zoals deze foto van onderweg toont. Het wie-wat-waar-waarom kon ik niet achterhalen omdat mijn metgezel meer interesse had in het bezoeken van de expositie, waar we wat aan de late kant dreigden aan te komen na het al eerder bezoeken van wat typisch Belgische winkels. Na mijn aanschaf van een leuke groene Belgische bloemengieter, had ik nog maar weinig invloed op de planning van de dag.

Na een lange rit kwamen we uiteindelijk terecht in de Ruiterhal van het cultureel centrum in Brasschaat, waar de Lionsclub van Antwerpen Voorkempen de akwarelexpositie had ingericht.  

 

Het affiche bij de ingang gaf aan dat de Lionsclub de 34 ste prijs voor akwarel organiseerde 'ter bevordering van deze kunstvorm'. Ik heb mijn twijfels of de Ruiterhal bij dit voornemen past. Op de een of andere manier komen schilderijen op panelen nooit mooi uit de verf in grote hoge ruimtes. Als de lampen dan ook nog erg hoog hangen, waardoor sommige schilderijen meer duisternis dan licht krijgen, tja... Ik vond het eigenlijk meer een hal voor ruiters.

 

Een van de twee werken van Margo  had de pech in het duistere gebied te hangen. Moeilijk te fotograferen, met een beetje Photoshoppen gaf ik de foto wat licht, maar scherp krijgen lukte niet meer. Op www.ateliervanvegchel.nl staan betere foto's van haar werk.

 

Hieronder een selectie van werken die ik interessant vond. De foto's zijn door gebrek aan licht en de reflectie van mij in het glas, niet geweldig, maar ze geven een goede indruk. 
Onderaan het artikel vind je de keuze van de jury, die een prijs van 1000 euro en wat aanmoedigingsprijzen mocht weggeven. Kijk en vergelijk.

 

Ik hou van abstract en halfrealistisch werk. Dus niet van nageschilderde bloemen, voorwerpen en landschappen. Kunst betekent voor mij dat de kunstenaar iets toevoegd aan het schilderij, er eigen creativiteit instopt. Puur naschilderen is een ambacht, dat trekt me (meestal) niet.  

 

 

Ik weet niet of het typisch Belgisch is, maar de op de schilderijen geplakte etiketten met soms een wel erg groot nummer, deden enige afbraak aan het kijkplezier. Vreemd ook dat de namen van de kunstenaars niet bij de aquarellen vermeld stonden. Wie-wat-waar-waarom vraag ik me dan af.

 

 

Oei, mijn schaduw in het glas werkt hier wel erg mee in de compositie.

Hieronder de keuze van de jury.  

 

Na afloop was het tijd voor een drankje en een hapje. Vlakbij zagen we een leuk restaurant waar de tafeltjes buiten op het grazon stonden: D'Oude Pastorie. Leuk bedacht, in Nederland is een terrras altijd van steen.

Eigenlijk zou ik mijn verhaal hier moeten afsluiten, maar ik vond een haar in mijn hoofdgerecht. Mag niet, maar kan gebeuren, er zit geen smaak aan een haar, dus je proeft er niets van, het is meer het idee dat het vies is. Het was op de bodem van het pannetje, dus het had weinig zin om een nieuw hoofdgerecht te vragen.
De jongedame die de tafel kwam afruimen vroeg, zoals het hoort, of het gesmaakt had. Ik gaf aan dat alles gesmaakt had behalve de haar (daar zat immers geen smaak aan). Ze zou het aan de kok vertellen en kreeg van mij de haar als bewijs mee.

Helaas voor mij kwam ze niet meer terug. Kennenlijk was de kok niet onder de indruk van haar en de haar. Tja...., denk ik dan, waarom wordt mij gevraagd of het gesmaakt heeft als men niets met het antwoord doet. Vraag het me dan niet!
Na enige tijd moest ik naar toilet en daarbij kwam ik langs de bar. Ik keek rond en een andere dame vroeg of ze me kon helpen. Het toillet had ik inmiddels gezien dus ik vroeg haar wat de mening van de kok was over de door mij gevonden haar. Ze keek twee andere collega's aan en zei 'O, da mag toch nie'. Ik bleef nog 5 seconden staan wachten maar meer kwam er niet uit haar mond en ik moest toch echt dringend naar het toilet, dus ik liep verder met de gedachte dat er na mijn toiletbezoek wel iemand van het bedienend personeel naar mijn tafeltje zou komen met de uitslag van de mening van de kok.

Helaas, mijn logica was toch anders dan die van het bedienend personeel. Een toetje en koffie zat er zelfs niet meer in, we vonden zogezegd de hond in de pot, want er kwam geen ober meer in de buurt van ons tafeltje. Schaamte bij het personeel van D'Oude Pastorie of werden we in de doofpot gestopt? Het wie-wat-waarom kon ik niet meer achterhalen omdat mijn partner inmiddels meer interesse had in het aanvaarden van de terugreis naar Nederland dan in mijn onderzoek.

Er was eigenlijk niet een haar op mijn hoofd die daar aan dacht, maar ik was kansloos, zo zie je maar weer 'een vrouwenhaar trekt meer dan een kabeltouw'.